Versobering LIV en jeugd-LIV per 2020

10 juli 2019 - De Eerste Kamer heeft op 2 juli 2019 het wetsvoorstel Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd aangenomen. Hierin wordt de maatregel om de AOW-leeftijd vanaf 2020 minder snel te verhogen uitgewerkt. Daarmee komt de AOW-leeftijd in 2024 uit op 67 jaar. Ter dekking van deze maatregel wordt zowel het lage inkomensvoordeel (LIV) als het jeugd-LIV per 2020 versoberd.

Jeugd-LIV

Het jeugd-LIV wordt per 1 januari 2020 gehalveerd. Vervolgens wordt het jeugd-LIV per 
1 januari 2024 volledig afgeschaft. Er komt geen overgangsrecht.

In 2019 bedraagt het jeugd-LIV als volgt:

Leeftijd per 31-12-2018 Jeugd-LIV per werknemer per verloond uurMaximale Jeugd-LIV per werknemer per jaar
21 jaar

€ 0,91

€ 1.892,80

20 jaar

€ 0,59

€ 1.227,20

19 jaar

€ 0,16

€ 332,80

18 jaar

€ 0,13

€ 270,40

Aangezien de uurloongrenzen van het jeugd-LIV gebaseerd worden op het WML per 1 januari en per 1 juli, worden de bedragen voor 2020 pas medio volgend jaar bekend gemaakt.

LIV

Het tarief van het LIV wordt geharmoniseerd. Het hoge tarief van het LIV van maximaal € 2.000 wordt per 2020 verlaagd naar maximaal € 1.000 per werknemer per kalenderjaar (thans € 0,51 per verloond uur). Hierdoor geldt voor alle werknemers die onder het LIV vallen straks één tarief. De overige voorwaarden worden niet gewijzigd. Er zal derhalve nog steeds ten minste 1.248 uur verloond moeten zijn om in aanmerking te komen voor het LIV.

LKV’s

De loonkostenvoordelen worden niet versoberd in het kader van de invoering van de Wet temporisering verhoging AOW-leeftijd. De LKV’s worden gezien als gerichtere instrumenten om bepaalde groepen aan het werk te krijgen.

Toekomst

Er zal nog onderzoek worden gedaan naar de werkgelegenheidseffecten van het LIV. De uitkomsten hiervan worden in het najaar verwacht. Er wordt ook gekeken naar een mogelijk effectievere invulling van de instrumenten in de Wet Tegemoetkomingen Loondomein die de arbeidsparticipatie van specifieke groepen moeten bevorderen.

Meer informatie?