De belangrijkste fiscale tips voor werknemers en werkgevers

2024 is in zicht. Welke acties moet u nog nemen (of eventueel uitstellen) om de fiscale faciliteiten volledig te benutten? Wij hebben de belangrijkste fiscale tips voor u op een rij gezet.

Werkkostenregeling 

Aan het einde van het jaar is het tijd om te beoordelen of de eindheffing van 80% verschuldigd is door uw organisatie. Daarnaast zal de werkkostenregeling in 2024 voor de loonsom tot € 400.000 1,92% bedragen. Voor de loonsom boven de € 400.000 geldt een percentage van 1,18%. 

Daarnaast zijn er ook nog andere wijzigingen in de werkkostenregeling, zoals de gerichte vrijstelling voor de reiskostenvergoeding. Deze gaat omhoog van € 0,21 naar € 0,23 per kilometer. 

Het onderscheid tussen het ter beschikking stellen dan wel het vergoeden of verstrekken van ov-abonnementen komt te vervallen. Voor alle vormen zal een gerichte vrijstelling gelden als het abonnement mede voor de dienstbetrekking wordt gebruikt. De nacalculatie die tot op heden gold, indien een ov-abonnement werd vergoed of verstrekt, komt hiermee te vervallen. 

Kennismigranten en werknemers met 30%-regeling 

Als werkgever is het mogelijk om een kennismigrant uit een niet-Europees land in dienst te hebben. Voor deze kennismigrant geldt een salariscriterium om te voldoen aan de kennismigrantenregeling. Daarnaast kan de werkgever ook werknemers in dienst hebben die gebruik maken van de 30%-regeling. Ook voor deze regeling geldt een salariscriterium. Het is van belang om voor het einde van het jaar inzichtelijk te hebben of de geldende salariscriteria worden behaald en of u nog extra betalingen moet verrichten om aan het minimumsalaris te voldoen. 

Beperking 30%-regeling  

Voor bepaalde werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om hier te werken, geldt dat hun werkgever bepaalde extra kosten onbelast mag vergoeden (gerichte vrijstelling) vanwege het tijdelijk werk en verblijf in Nederland. Deze extra kosten kunnen op declaratiebasis worden vergoed, maar het is onder voorwaarden ook mogelijk om hiervoor toepassing van de zogenoemde 30%-regeling aan te vragen bij de Belastingdienst. Met toepassing van de 30%-regeling kan een werkgever maximaal 30% van het loon onbelast vergoeden zonder nadere onderbouwing van de kosten.  

Het loon waarover de 30%-regeling kan worden toegepast is momenteel niet gemaximeerd. Dit gaat echter veranderen. De 30%-regeling zal worden beperkt tot de bezoldigingsnorm voor topfunctionarissen in de ‘Wet normering topinkomens’ (WNT-norm). In 2023 bedraagt deze WNT-norm € 233.000 op jaarbasis. Daarnaast mag binnen de 30%-regeling maximaal € 69.900 (30% van € 233.000) onbelast worden vergoed. Mocht dat in een individueel geval niet toereikend zijn, dan kan men in plaats van de 30%-regeling nog steeds zonder maximering de daadwerkelijk gemaakte extraterritoriale kosten onbelast vergoed krijgen. Er moet echter wel een keuze tussen één van de twee regelingen worden gemaakt. 

Om te voorkomen dat afwisselend de 30%-regeling wordt toegepast en daadwerkelijke kosten worden vergoed, dient vanaf 2023 een expliciete keuze te worden gemaakt tussen beide regelingen. De keuze geldt per kalenderjaar.   

Voor werknemers bij wie de 30%-regeling over het laatste loontijdvak van 2022 al werd toegepast, geldt dat de aftopping in werking treedt vanaf 1 januari 2026.  

Verder is van belang dat de Tweede Kamer op 26 oktober heeft ingestemd met een verdere versobering van de 30%-regeling. Als ook de Eerste Kamer instemt zullen onderstaande wijzigingen per 1 januari 2024 in werking treden. Er is sprake van twee wijzigingen: 

  1. Ten eerste wordt de onbelaste vergoeding voor expats die in aanmerking komen voor de regeling verlaagd. De vergoeding kan worden vastgesteld op: 
    1. Maximaal 30% van het Nederlandse belastbare inkomen gedurende de eerste 20 maanden;
    2. Maximaal 20% van het Nederlandse belastbare inkomen gedurende de daaropvolgende 20 maanden; en 
    3. Maximaal 10% van het Nederlandse belastbare inkomen gedurende de laatste 20 maanden. 
    4. Ten tweede wordt de partiële buitenlandse belastingplicht afgeschaft.

De partiële buitenlandse belastingplicht houdt in dat werknemers onder de 30%-regeling niet of beperkt belastingplichtig zijn voor hun vermogen in box 3 en hun aanmerkelijk belang in box 2. Ook voor deze wijziging zal een overgangsregeling gelden voor bestaande situaties per december 2023. In deze situaties zal de partiële buitenlandse belastingplicht uiterlijk per 31 december 2026 eindigen. 

Voor expats waarvoor de 30%-regeling al in de loonadministratie van december 2023 wordt toegepast, zal een overgangsregeling gelden. 

Renseigneringsverplichting

Sinds 2022 geldt dat een inhoudingsplichtige de aan derde uitbetaalde bedragen aan de belastingdienst moet doorgeven. Tot en met 2022 ging dit op uitnodiging via de zogenaamde IB-47 formulieren. 

Deze verplichting geldt voor betalingen aan personen:

  • Die niet bij de inhoudingsplichtige in dienstbetrekking zijn; en
  • Die niet factureren, of factureren zonder btw. 

Dat laatste is het geval als op de factuur 0% btw, € 0 btw of helemaal geen btw staat (bijvoorbeeld omdat sprake is van vrijgestelde prestaties of omdat de persoon onder de KOR valt).

Voorts is de renseigneringsverplichting niet aan de orde indien de fiscale vrijwilligersregeling of de artiesten- en beroepssportersregeling kan worden toegepast. 

De volgende gegevens moeten voor 1 februari van het jaar volgend op jaar waarin de betaling plaatsvindt worden aangeleverd:

  • het bedrag dat wordt uitbetaald
  • de datum waarop is uitbetaald
  • een aantal gegevens van de persoon aan wie wordt uitbetaald:
  • Burgerservicenummer (BSN)
  • naam
  • adres
  • geboortedatum

Wetsvoorstel aandelenopties 

Sinds 1 januari 2023 geldt een keuzemoment voor het in de loonheffingen betrekken van het belastbaar voordeel in verband met aandelenopties. Een werknemer kan kiezen voor heffing op het moment van uitoefenen van de opties. Als er geen keuze wordt gemaakt, zal heffing plaatsvinden op het moment van verhandelbaar worden van de aandelen verkregen bij de uitoefening van de opties. Uw keuze heeft gevolgen voor de loonheffingen.

Aftrekbeperking personeelsvoorzieningen en relatiegeschenken (BUA) 

Als u gedurende 2023 de btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsvoorzieningen in aftrek heeft gebracht, moet er daarna jaarlijks worden getoetst of de aftrek daadwerkelijk in stand kan blijven. Er is namelijk sprake van een drempelbedrag. Indien u één of meer personeelsleden (of relaties) voor meer dan € 227 (exclusief btw) heeft bevoordeeld, kan de btw achteraf niet meer in aftrek worden gebracht en is een correctie nodig. Hierbij geldt een afzonderlijke berekening voor eten en drinken voor personeel.  

Correctie privégebruik auto van de zaak 

Indien u een leaseauto ter beschikking stelt aan uw werknemers en de auto ook voor privédoeleinden wordt gebruikt, is een eindejaarscorrectie verplicht in de laatste btw-aangifte van het jaar. Hiervoor kan een forfait van 2,7% (of in specifieke gevallen 1,5%) worden gebruikt.    

Let op: woon-werkverkeer is voor de btw ook privé, in tegenstelling tot de loonbelasting. Ook bij een verklaring ‘geen privégebruik’ voor de loonbelasting kan een btw-correctie derhalve niet worden uitgesloten. Bovendien geldt ook geen 500km-grens zoals in de loonbelasting wel het geval is.  

Meer weten over bovenstaande Eindejaarstips?

Wilt u graag meer weten over een onderwerp die voorkomt in deze eindejaarstips? Neem dan contact op met Angela Dinkelberg per e-mail of per telefoon +31 (0)88 277 1366 of met Martin Aandewiel per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 277 13 96. Zij helpen u graag. 

Want to know more?