Rapport Toezicht op Algemeen Nut
Controle op het naleven van de verplichtingen
Er zijn drie vormen van toezicht op het naleven van verplichtingen van ANBI’s. Zo controleert (I) de Belastingdienst reguliere ANBI’s, controleert (II) het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) fondsenwervende instellingen en vindt (III) zelfregulering plaats door brancheorganisaties.
Momenteel toetst de Belastingdienst voornamelijk aan de voorkant, op het moment dat een ANBI-beschikking wordt afgegeven. Verder zijn er bij de Belastingdienst een aantal medewerkers van het ANBI-team verantwoordelijk voor het controleren van ANBI's op de naleving van de publicatievoorschriften. Het betreft een controle van 11% van de ANBI’s. Het (b)lijkt dat er nagenoeg geen capaciteit beschikbaar is om te controleren op de andere verplichtingen die aan ANBI’s worden gesteld.
Het CBF controleert jaarlijks 94% van de fondsenwervende instellingen of zij voldoen aan de publicatieplicht. Elke drie jaar vindt een uitgebreide controle plaats.
Voorstellen tot verbetering toezicht
De commissie ANBI’s1 heeft onderzocht welke mogelijkheden er zijn om het algemeen nut karakter van ANBI’s beter tot uitdrukking te laten komen. Hierbij diende rekening gehouden te worden met de uitvoerbaarheid voor de Belastingdienst. Het onderzoek heeft geresulteerd in zes voorstellen ter verbetering van het toezicht op ANBI’s, te weten:
- Het digitaliseren van de werkprocessen van het ANBI-team.
- Het systematisch verzamelen, analyseren en publiceren van gegevens over ANBI’s.
- Het intensiveren van toezicht.
- Het aanscherpen van het algemeen-nut vereiste.
- Gestructureerde publicatie van kerngegevens door CBF-gecontroleerde ANBI’s.
- Verhoging van de dekkingsgraad van zelfregulering.
De eerste aanbevelingen hebben vooral betrekking op de inzet van personeel en middelen bij de Belastingdienst. Een van de voorstellen is om een aangifteportaal te openen waarop ANBI’s jaarlijks hun gegevens invullen, in plaats van de gegevens op hun eigen website te publiceren.
Ten aanzien van het vierde voorstel, het aanscherpen van het algemeen-nut vereiste, wordt ook nadere inspanning gevraagd van de ANBI’s zelf. Deze aanscherping is bedoeld om instellingen die weliswaar algemeen nut beogen, maar feitelijk geen activiteiten ontplooien, uit te sluiten van de kwalificatie als ANBI. De commissie stelt voor een eis toe te voegen waarin staat dat een ANBI jaarlijks een bepaald minimum aan activiteiten dient te verrichten en/of een minimumbedrag aan het algemeen nut moet besteden.
Algemeen nut
Kern van deze regelgeving is dat een instelling het algemeen nut moet nastreven. Sinds 2012 bestaat er een wettelijke limitatieve opsomming van verschijningsvormen van algemeen nut. Het is belangrijk om te beseffen dat de jurisprudentie zoals die zich heeft ontwikkeld vóór 2012, nog altijd geldend is. Daarom kan het van belang zijn de doelstelling van een instelling in breder perspectief te zien. Het beoefenen van sport is geen verschijningsvorm van algemeen nut, het bevorderen van de volksgezondheid wel. Een precieze omschrijving van de doelstelling is dan ook van groot belang.
Conclusie
Op basis van het rapport kunnen we concluderen dat het toezicht van de Belastingdienst op het naleven van alle voorwaarden aan een ANBI momenteel ontoereikend lijkt te zijn. Gelet op het belang van het vertrouwen van het publiek in de ANBI’s om zo de geefbereidheid in stand te houden, is goed toezicht belangrijk. De invoering van het verplichte standaardformulier voor de publicatie van gegevens van grote ANBI’s vanaf 2021 is een eerste stap die aansluit bij de eerste twee verbetervoorstellen. De belangrijkste aanbeveling van het rapport vinden wij het voorstel om het algemeen nut vereiste aan te scherpen.
Wij houden de ontwikkelingen omtrent de ANBI’s nauwlettend in de gaten en houden u uiteraard op de hoogte.
1De commissie ANBI’s bestaat uit prof. dr. René Bekkers, mr. Hans van Leijenhorst en prof. dr. Ingrid Leijten