Nieuw btw-beleid holdings

De Staatssecretaris van Financiën heeft op 10 december 2024 twee nieuwe btw-beleidsbesluiten gepubliceerd die per 1 juli 2025 in werking treden. De huidige 'Holdingresolutie' en het 'Besluit verkoop aandelen' zullen dan vervallen. Eén van de besluiten behandelt specifiek de toetreding van holdings tot een fiscale eenheid btw. Het andere besluit gaat in op de btw-aftrek bij aandelentransacties. Wij behandelen in dit artikel de belangrijkste wijzigingen voor de btw-positie van holdings.

Btw-aftrekrecht van holdings

Holding als btw-ondernemer
Een holding heeft alleen btw-aftrekrecht wanneer een holding kwalificeert als btw-ondernemer en btw-belaste prestaties verricht. Een holding die enkel aandelen houdt en verkoopt, kwalificeert niet als btw-ondernemer. Net als in het huidige besluit, worden holdings in het nieuwe besluit toch aangemerkt als btw-ondernemer in de volgende drie situaties:

  1. De holding 'mengt' zich in het beheer van haar dochtervennootschap(pen);
  2. De aandelen zijn een rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk van de economische activiteit van de onderneming ('de verlengstuk-gedachte');
  3. De holding handelt bedrijfsmatig in aandelen.

De reikwijdte van het begrip 'mengen' wordt in het nieuwe besluit uitgebreid. Voortaan wordt aangesloten bij de ruime definitie van 'mengen' van het Hof van Justitie. Daarnaast is een meerderheidsdeelneming niet langer een vereiste.

Met name de 'verlengstuk-gedachte' (situatie 2) roept regelmatig vragen op in de praktijk. Het nieuwe besluit geeft enkele concrete voorbeelden van de toepassing van dit criterium. Ondernemerschap wordt bijvoorbeeld aangenomen bij handelingen met aandelen met het oog op een herstructurering of uitbreiding van de operationele activiteiten.

Btw-aftrek bij verkoop van aandelen
In het nieuwe besluit wordt ook ingegaan op het onderscheid tussen algemene en directe kosten bij de verkoop van aandelen. Van belang hierbij is het moment waarop de kosten zijn gemaakt. Verkoopkosten die zijn gemaakt voorafgaand aan een aandelenverkoop kwalificeren als directe kosten voor zover die kosten objectief bezien alleen zijn gemaakt met het oog op een belastbare verkooptransactie. Bij een vrijgestelde aandelenverkoop zal de btw op deze kosten niet aftrekbaar zijn (behalve bij een afnemer buiten de EU).

Verkoopkosten die zijn gemaakt ná een verkoop van aandelen kwalificeren daarentegen in beginsel als algemene kosten. Algemene kosten zijn aftrekbaar op grond van het pro rata aftrekrecht van de gehele onderneming (of de fiscale eenheid). Het pro rata is de uitkomst van de verhouding tussen btw-belaste en totale omzet.

Het onderscheid tussen verkoopkosten die vóór en ná de verkooptransactie worden gemaakt is nieuw en kan een grote impact hebben op de praktijk. Timing wordt hiermee nog belangrijker.

Bijkomstige financiële handelingen niet in het pro rata
De verkoop van aandelen is in beginsel een btw-vrijgestelde prestatie, en heeft daarmee een negatieve impact op het pro rata aftrekrecht van ondernemers. De omzet uit de aandelenverkoop blijft buiten de berekening van het pro rata wanneer de verkoop als 'bijkomstige financiële handeling' kwalificeert. Volgens het nieuwe besluit is van dat laatste sprake wanneer bij de betreffende verkoop relatief beperkt gebruik is gemaakt van algemene kosten en de verkoop geen onderdeel is van de kernactiviteit van de ondernemer. De verkoop van private equity door een participatie- of investeringsmaatschappij kwalificeert in ieder geval niet als 'bijkomstige financiële handeling', zo bepaalt het nieuwe besluit.

Btw-fiscale eenheid en holding

Een zogenoemde 'zuivere holding’ kan niet worden opgenomen in een btw-fiscale eenheid, aangezien deze niet kwalificeert als btw-ondernemer. De Holdingresolutie bevatte een goedkeuring voor de toetreding tot een btw-fiscale eenheid van een zuivere holding die een beleidsbepalende en sturende functie vervulde binnen het concern (ook wel: de 'moeiende houdster'). Het nieuwe Fiscale eenheid besluit breidt deze goedkeuring uit tot een moeiende tussen-houdster. Ook deze kan voortaan – ondanks het wellicht ontbreken van btw-ondernemerschap – deel uitmaken van een fiscale eenheid. Wel moet steeds sprake zijn van financiële, economische en organisatorische verwevenheid.

In het nieuwe Fiscale eenheid besluit wordt verder ingegaan op de invulling van de financiële verwevenheid in specifieke situaties (onder meer bij soortaandelen en certificering van aandelen) en worden voorbeelden gegeven van de invulling van de organisatorische en economische verwevenheid.

Belang voor de praktijk

De nieuwe btw-besluiten zijn van groot belang voor de huidige holdingpraktijk. Ook bij de aan- en verkoop van aandelen (onder andere binnen de M&A-sector) is het van belang om rekening te houden met de nieuwe btw-besluiten. Wij raden aan om vóór de inwerkingtreding op 1 juli 2025 de gevolgen van de nieuwe btw-besluiten voor uw onderneming in kaart te brengen.

Meer weten?

Wilt u meer weten over de impact van de nieuwe btw-besluiten op uw onderneming? Neem dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.

Want to know more?