Geen opbouw bij pensioenfonds en toch een nota voor indexatie?

3 oktober 2024 – In de praktijk kwam het regelmatig voor dat een onderneming niet was aangesloten bij het verplichte bedrijfstakpensioenfonds omdat het een eigen pensioenregeling hanteerde. Om doorgaans financiële redenen besloot de onderneming om zich op enig moment aan te sluiten bij het pensioenfonds. De opgebouwde pensioenaanspraken bleven achter bij de oude uitvoerder en vanaf de aansluitdatum bouwen de werknemers hun pensioen verder op bij het nieuwe pensioenfonds. De vraag is dan hoe het zit met de indexatie op de elders opgebouwde pensioenaanspraken?

Recente rechtspraak: twee verschillende casussen met gelijke uitkomst  

In de eerste casus heeft de werkgever in het pensioenreglement van de eigen pensioenregeling de bepaling opgenomen dat de opgebouwde pensioenaanspraken zullen worden geïndexeerd conform de bepalingen van het bedrijfstakpensioenfonds. Bij de aansluiting bij het pensioenfonds is met het fonds dezelfde afspraak gemaakt waarbij de indexatie op de oude regeling bij het pensioenfonds zal worden ingekocht. 

Gedurende een lange periode werd er door het bedrijfstakpensioenfonds geen indexatie toegekend omdat de dekkingsgraad van het pensioenfonds dit niet toeliet. Als er wel geïndexeerd werd, was het percentage beperkt en is de nota door de werkgever voldaan. Vooruitlopend op de nieuwe pensioenwetgeving worden aan pensioenfondsen soepeler indexatieregels toegestaan waarvan een hoop fondsen gebruik hebben gemaakt. Zo ook het betreffende pensioenfonds waardoor de indexatie in 2022 en 2023 aanzienlijk hoger ligt dan daarvoor gebruikelijk was. De werkgever is van mening dat hij hierop niet hoefde te rekenen toen de afspraken met de werknemers en het bedrijfstakpensioenfonds gemaakt werden en de nota dus niet hoeft te voldoen. 

De kantonrechter gaat mee in de argumentatie van de werkgever en ziet ook in dat de financiële impact voor de werkgever aanzienlijk is. Omdat de werkgever geen enkele vorm van indexatie heeft aangeboden over de betreffende jaren oordeelt de kantonrechter echter toch dat de werkgever gehouden is de volledige indexatie te financieren omdat er door de werkgever geen passend voorstel aan de (oud) werknemers was gedaan. 

In de tweede casus heeft de werkgever, op verzoek van de ondernemingsraad, zich in 2015 aangesloten bij het bedrijfstakpensioenfonds. Onderdeel van de afspraken met de ondernemingsraad was een indexatie op de oude pensioenaanspraken gelijk aan het pensioenfonds. Omdat het pensioenfonds de indexatie per jaar begrensd had tot 2% vond de werkgever deze eis acceptabel en is het opgenomen in het pensioenreglement.  

Tot het jaar 2022 heeft het pensioenfonds geen indexaties toegekend en in 2022 besluit het bestuur gebruik te maken van de versoepelde regels en worden diverse, aanzienlijke, indexaties toegekend aan de deelnemers. De werkgever wil hierop de indexatieafspraken met de werknemers met terugwerkende kracht beëindigen en de (oud) werknemers stemmen hiermee niet in en eisen nakoming van de gemaakte afspraken.  

Belangrijk verweer van de werkgever is dat de indexatie begrensd zou zijn tot 2% per jaar en niet hoger konden uitvallen. De kantonrechter leest in het reglement van het pensioenfonds de bevoegdheid van het bestuur om het indexatiebeleid aan te passen. Doordat de werkgever aan de werknemers een belofte heeft gedaan welke belofte afhankelijk is van het oordeel van een derde partij is de werkgever gewoon aan dit oordeel, het besluit van het bestuur, gebonden.   

Komende rechtspraak 

De bovenstaande discussies lopen bij veel meer bedrijfstakpensioenfondsen. Door de versoepeling van de indexatieregels kennen diverse fondsen aanzienlijk hogere indexaties toe dan voorheen het geval was. Er zijn hierover in de komende maanden meerdere rechtszaken, sommige tussen werkgevers en werknemers en sommige tussen werkgevers en het pensioenfonds.  

Wat het oordeel in deze casussen gaat zijn, weten we niet. Als ze in lijn zijn met wat eerder is geoordeeld, is de financiële impact voor werkgevers die zich in een vergelijkbare situatie bevinden als hierboven beschreven aanzienlijk. Echter niet elke casus heeft exact dezelfde feiten als de genoemde casussen.  

Meer weten? 

Wilt u meer weten over pensioenschade? Neem dan contact op met uw contactpersoon van Forvis Mazars of rechtstreeks met Paul van Ravenzwaaij van Pellicaan Advocaten per e-mail of per telefoon: +31 (0)88 627 22 39. Zij helpen u graag verder.