Einde aan discussies over lenen bij eigen vennootschap?
De belangrijkste bepalingen
Op 4 maart 2019 is het wetsvoorstel ‘Wet excessief lenen bij eigen vennootschap’ ter consultatie gepubliceerd. De wetgever wil met dit wetsvoorstel een einde maken aan deze discussies en duidelijkheid scheppen. Daarnaast is het effect van de invoering van dit wetsvoorstel dat het lastiger wordt voor belastingplichtigen om de belastingheffing in box 2 uit te stellen.
Wij hebben de belangrijkste bepalingen van het wetsvoorstel voor u uiteengezet:
- In het wetsvoorstel worden schulden van een aanmerkelijkbelanghouder (belang van 5% of meer in een vennootschap) aan de eigen vennootschap belast in box 2 van de inkomstenbelasting, voor zover de schulden meer bedragen dan het maximumbedrag van €500.000. Het bovenmatige gedeelte van de schulden wordt aangemerkt als dividend en is belast tegen 26,9% inkomstenbelasting.
- Voor de beoordeling of sprake is van bovenmatige schulden worden de schulden aan alle vennootschappen waarin een aanmerkelijk belang wordt gehouden bij elkaar opgeteld. De regeling geldt voor de aanmerkelijkbelanghouder en zijn of haar partner gezamenlijk.
- De voorgestelde regeling is niet van toepassing op eigenwoningschulden. Voor eigenwoningschulden die worden verstrekt op of na 1 januari 2022 geldt het vereiste dat een recht van hypotheek moet zijn verstrekt aan de vennootschap om buiten de werking van de regeling te vallen.
- Voor de bepaling of de schulden meer dan €500.000 bedragen wordt uitsluitend gekeken naar de schulden aan de vennootschap. Eventuele vorderingen van de aanmerkelijkbelanghouder op de vennootschap mogen niet worden gesaldeerd met de schulden.
- Voor enkele specifieke situaties, bijvoorbeeld immigratie en emigratie gelden bijzondere regels.
Het voorstel is om de wet per 1 januari 2022 in werking te laten treden. De bovenmatige schuld wordt ieder jaar op 31 december vastgesteld. Zodoende hebben aanmerkelijkbelanghouders tot 31 december 2022 de tijd om de schulden aan de vennootschap te verminderen tot €500.000. Het tarief van box 2 bedraagt in 2019 25% en wordt verhoogd naar 26,25% in 2020 en 26,9% in 2021. Gelet op dit stijgende tarief kan het raadzaam zijn openstaande schulden aan de vennootschap nog in 2019 te verlagen door middel van een dividenduitkering.
Het wetsvoorstel is ter consultatie voorgelegd. Tot de einddatum van de consultatie op 1 april 2019 heeft men de mogelijkheid op het wetsvoorstel te reageren. Hoe de wettekst er uiteindelijk uit gaat zien is nog niet zeker. Het kan zelfs zo zijn dat het wetsvoorstel uiteindelijk niet door zal gaan. Gelet op de grote impact die het voorstel kan hebben voor belastingplichtigen, alsmede het brede politieke draagvlak, is het raadzaam om hier terdege rekening mee te houden en indien nodig alvast actie te ondernemen.