Europees mobiliteitspakket: de belangrijkste maatregelen voor het wegtransport
DETACHERING
Eén van de belangrijkste maatregelen betreft de kwalificatie van de detachering van chauffeurs (dit houdt ook het uitvoeren van een vervoersovereenkomst of transportopdracht in). In het mobiliteitspakket is aangegeven dat vanaf 1 februari 2022 cabotage (het vervoeren van goederen tussen twee punten in een land door een bedrijf uit een ander land) direct onder de detacheringsrichtlijn zal gaan vallen. Dit kan tot gevolg hebben dat de werknemers recht krijgen op sommige arbeidsvoorwaarden van het gastland (bijvoorbeeld het minimumloon). Het wordt in dat geval belangrijker om een juiste kwalificatie van de werkzaamheden te hebben, wanneer is er al dan niet sprake van detachering.
Wanneer het gaat om puur transitovervoer en bilateraal transport met hoogstens één of twee extra laad- of losactiviteiten op de heen- en terugweg, is er geen sprake van detachering.
CABOTAGEREGELING
Naast het feit dat cabotage anders wordt aangemerkt vanuit het perspectief van detachering, zijn er ook nadere voorwaarden gekomen voor de cabotage op zichzelf genomen. De oude cabotageregels, waarin een chauffeur maximaal 3 cabotageritten mocht maken in 7 dagen, veranderen niet. Vanaf 20 februari 2022 dient er echter een verplichte afkoelperiode van 4 dagen in acht te worden genomen. Dit houdt in dat na de laatste cabotagerit een periode van 4 dagen niet met hetzelfde voertuig in de betreffende lidstaat mag worden gecaboteerd. Daarnaast is de reikwijdte van de cabotageregeling uitgebreid, voor- en natransport in dezelfde lidstaat wordt in beginsel ook tot de regeling gerekend. Lidstaten kunnen er echter voor kiezen om voor- en na transport uit te zonderen van de cabotageregeling.
EISEN VESTIGING
Er worden vanaf 20 februari 2020 ook nieuwe eisen gesteld aan het bepalen waar een onderneming gevestigd is. Deze strengere vereisten zijn volgens de Europese Commissie nodig om de zogenoemde postbusfirma’s aan te pakken. Indien een transportonderneming op basis van een postbusfirma een vergunning heeft aangevraagd en gebaseerd op de nieuwe regelgeving niet aan de vereisten voldoet, leidt deze schending tot boetes en uiteindelijk het intrekken van de vergunning.
De nieuwe eisen houden in dat elk voertuig elke 8 weken een terugkeerplicht heeft. Daarnaast moet het aantal voertuigen en chauffeurs in verhouding staan tot het volume van de vervoersactiviteiten. Er zijn nog geen verdere eisen gesteld aan deze verhouding. Mogelijk is het uit verhouding wanneer de vervoersactiviteiten stelselmatig voor een groot deel bestaan uit het inhuren van wagens of chauffeurs van derden. Ook moet een onderneming om een reële vestiging te hebben, beschikken over een gebouw waar bepaalde documenten worden bewaard zoals de boekhouding, vervoersovereenkomsten, arbeidsovereenkomsten en andere relevante documenten. Verder moet de onderneming in het vestigingsland onderworpen zijn aan belasting op inkomsten, beschikken over een btw-nummer en ingeschreven staan bij het handelsregister.
VERSCHERPING BETROUWBAARHEIDSEIS ERRU
Onderdeel van het mobiliteitspakket is tevens het verscherpen van de betrouwbaarheidseis zoals deze geldt voor het Electronic Register of Road Transport Undertakings (ERRU). Per 1 augustus 2023 zullen de volgende punten worden opgenomen in het register:
- Overtredingen begaan door uitvoerend directeuren.
- Voertuigkentekens en omvang van het personeelsbestand.
- De risicoclassificatie van de onderneming.
- Overtredingen van belastingwetten, contractuele verplichtingen, detacherings- en cabotagebepalingen.
Het is dus van belang om als transportonderneming ook op deze punten in control te zijn.