Culturele instellingen: wanneer dient de btw-afdracht te worden voldaan?

21 februari 2022 - Culturele instellingen die voorstellingen organiseren ontvangen bij de verkoop van ieder toegangskaartje een vergoeding (inclusief btw). Vaak worden tickets ver vooruit verkocht, al dan niet in abonnements- of pakketvorm, of worden er vouchers verkocht die op een later moment kunnen worden ingewisseld voor een toegangskaartje. Al deze vormen zijn belast met het verlaagde btw-tarief (momenteel 9%). De vraag is echter: wanneer moet de btw op al deze omzetvormen betaald worden aan de belastingdienst?

Moment van verschuldigdheid btw

Regelmatig blijkt dat culturele instellingen ontvangen btw pas afdragen aan de Belastingdienst op het moment dat de voorstelling heeft plaatsgevonden. Dit lijkt aannemelijk, aangezien de bezoeker van de voorstelling dan ook pas daadwerkelijk zijn ticket heeft kunnen gebruiken. Dit is echter niet het juiste moment.

De btw-regels schrijven voor dat de ontvangen btw al eerder verschuldigd is dan het moment waarop de voorstelling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Hierbij is het moment dat de vergoeding wordt ontvangen leidend. Dat geldt zowel voor een ticket voor een enkele voorstelling, als voor een ticketpakket of abonnementsvorm. Wanneer een ticket direct voorafgaand aan de voorstelling wordt verkocht leidt dit niet tot een verschil, maar bij de ticketverkoop (ver) vooruit treedt er wel degelijk verschil op. In de btw-aangifte moet de btw worden afgedragen op het moment dat de culturele instelling de vergoeding van de consument ontvangt. Het later afdragen van de betreffende btw is onjuist en zal in basis worden nageheven en beboet worden zoals gebruikelijk bij te laat betaalde belasting.

Vouchers

Ook het gebruik van vouchers is binnen de culturele sector aan de orde. Een voucher wordt niet alleen als regulier product verkocht, maar is doorgaans ook een cadeau namens de consument of wordt verstrekt door de culturele instelling als compensatie (bijvoorbeeld door de coronacrisis). De btw-gevolgen van het gebruik van vouchers kunnen vrij complex zijn, ook wat betreft het tijdstip waarop de btw moeten worden afgedragen aan de Belastingdienst.

De uitgifte van vouchers die enkel tegen laagbelaste prestaties (bijv. een voorstelling tegen 9%) óf enkel tegen regulier belaste prestaties (bijv. een cd, alcoholisch drankje, parkeerticket tegen 21%) kunnen worden ingewisseld, zijn belast met btw op het moment van uitgifte. De culturele instelling voldoet dan de btw over de uitgifte van de voucher op het moment van uitgifte. Het feit dat de voucher pas later (of zelfs helemaal niet) besteed wordt, is daarbij niet relevant. De latere inwisseling van die ‘enkelvoudige’ voucher is dan natuurlijk niet meer belast.

Dit wijkt af van de vouchers die voor zowel laagbelaste prestaties als voor regulier belaste prestaties kunnen worden ingewisseld. In dat geval wordt de btw namelijk pas verschuldigd bij inwisseling van de voucher door de consument. De initiële verkoop van de voucher is dan ook niet belast met btw. Een dergelijke meervoudige voucher heeft niet alleen als voordeel dat de heffing wordt uitgesteld, maar ook dat een eventuele onbestede voucher niet tot btw-heffing leidt, die dan als extra bate voor de culturele instelling vrijvalt.

Het is dus van belang om goed te onderzoeken welke soorten vouchers binnen uw culturele instelling worden gebruikt en om mogelijk aan te sturen op vouchers die bijvoorbeeld voor zowel theatertickets als voor 21%-belaste prestaties kunnen worden ingezet.

Meer informatie?